maandag - vrijdag: 6:00 - 22:00

bezpieczenstwo 1200x1200

De energietransitie in België is een nieuwe fase van ontwikkeling ingegaan, gekenmerkt door de groei van hernieuwbare energiebronnen. Tegenwoordig zijn zonne-energie-installaties te vinden op daken van particuliere woningen, bij bedrijfspanden en op grotere schaal op braakliggende terreinen, weiden of zelfs wateroppervlakken. Veilig gebruik is echter alleen mogelijk wanneer twee hoofdvoorwaarden zijn gewaarborgd: installatie volgens de geldende normen en het gebruik van gecertificeerde materialen. In dit artikel gaan we dieper in op deze aspecten.

Risicoanalyse van PV-installaties

Een cruciale stap om de veiligheid van zonnepaneelinstallaties te garanderen, is het identificeren van potentiële risico’s. Installateurs en investeerders moeten rekening houden met diverse bronnen van gevaar en manieren om de impact ervan te minimaliseren. Belangrijke aandachtspunten zijn onder andere:

  • Brandgevaar – Zonnepanelen worden vaak op daken geplaatst, wat een verhoogd risico op brand met zich meebrengt.
  • Certificering van apparatuur – Hoe onderscheid je veilige materialen van risicovolle componenten? Certificeringen spelen hierbij een cruciale rol!
  • Elektriciteit – PV-installaties produceren stroom, wat risico’s zoals elektrocutie, overspanning en inductie met zich meebrengt.
  • Constructieve elementen – Het gewicht van PV-componenten kan invloed hebben op de stabiliteit van een gebouw, met name op de dakstructuur.

Brandveiligheid van PV-installaties

Kan een zonnepaneelinstallatie brand veroorzaken? Ja, als deze niet professioneel is aangelegd. Veelvoorkomende oorzaken van brand bij PV-systemen zijn:

  • Weersomstandigheden (blikseminslag, stormen)
  • Installatiefouten (onjuiste connectoren, kabels en stekkers)
  • Defecten in apparatuur zonder voldoende ventilatie
  • Verkeerde ontwerpkeuzes (onjuiste kabeldiameters)
  • Gebrek aan periodiek onderhoud

PV-installaties moeten worden ontworpen volgens de Belgische normen en regelgeving, waaronder AREI (Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties), NBN EN 61439-2, NBN EN 50618 en NBN EN 60364-7-712. Installaties dienen te worden uitgevoerd door gekwalificeerde professionals met de juiste certificeringen. Panelen installeren met aandacht voor de bouwconstructie en brandveiligheid.

  • DC-verbindingen maken met connectoren van hetzelfde type en merk.
  • Het aantal DC-verbindingen minimaliseren.
  • Kabels leiden door metalen kabelgoten om scherpe randen te vermijden.
  • Installatiecomponenten markeren volgens NBN EN 60364-7-712.
  • Kabeltrajecten correct labelen.
  • Een brandblusser in de nabijheid van de omvormer plaatsen.

De kwaliteit van de gebruikte materialen heeft eveneens een significante invloed op de brandveiligheid.

Certificering van PV-apparatuur

Bij de keuze van materialen is nauwkeurigheid vereist. Vooral de certificering van PV-modules is essentieel. Deze moeten voldoen aan de LVD-richtlijn 2014/35/EU en aan diverse geharmoniseerde en niet-geharmoniseerde normen zoals:

  • EN IEC 61730-1 en EN IEC 61730-2
  • EN IEC 61215-1:2021
  • NBN EN IEC 61215:2017
  • NBN EN IEC 62109-1 & -2 (voor omvormers)

Brandveiligheid hangt ook samen met de bestendigheid tegen thermische schokken en vochtigheid. Dit wordt getest met TC-tests (Thermal Cycling Tests) en DH-tests (Damp Heat Tests). Volgens PVEL-prestatietests scoren merken zoals LONGi, Jinko Tiger, Trina Solar, Ja Solar, Canadian Solar en Q-Cells bijzonder goed op deze gebieden. Deze producten zijn verkrijgbaar bij erkende distributeurs. Andere relevante certificeringen omvatten:

  • Bestendigheid tegen PID (Potential Induced Degradation)
  • Weerstand tegen microcracks
  • Bestendigheid tegen zoutmist, ammoniak, zand en stof (volgens IEC 61701, IEC 62716, IEC 60068)

Een PV-installatie bestaat uit meer componenten dan alleen panelen. Daarom moet men ook letten op de naleving van:

  • NC RfG-certificering voor netaansluiting van omvormers.
  • NBN EN 50618 voor elektrische kabels in PV-systemen.

Elektrische veiligheid

Elk werk aan elektrische installaties brengt risico’s met zich mee, zoals elektrocutie, overspanning of kortsluiting. Om deze risico’s te minimaliseren, moeten PV-installaties worden uitgerust met:

  • Smeltzekeringen niveau I en II, die modules loskoppelen bij kortsluiting.
  • DC-automaten, die bedrading en componenten beschermen tegen overstroom.
  • Aarding, om elektrische schokken te voorkomen.
  • Bliksembeveiliging, ter bescherming tegen directe blikseminslagen.
  • Overspanningsbeveiliging, om schade door spanningspieken te vermijden.

Deze lijst kan worden uitgebreid, afhankelijk van het specifieke ontwerp.

Constructieve aspecten

In België zijn investeerders en installateurs wettelijk verplicht om een technische dakexpertise uit te voeren volgens AREI en bouwvoorschriften. Tijdens deze analyse worden de volgende normen in acht genomen:

  • Basisprincipes van bouwkundige berekeningen
  • Normen voor sneeuwbelasting
  • Normen voor windbelasting
  • Betonconstructies (NBN EN 1992-1-1)
  • Staalconstructies (NBN EN 1993-1-1)
  • Houtconstructies (NBN EN 1995-1-1)

De stabiliteit van een dak wordt beïnvloed door het gewicht van zonnepanelen, sneeuwbelasting, winddruk, montagemateriaal en ballastblokken. Een technische expertise biedt zekerheid over de veiligheid van de constructie.

Metingen en onderhoud

Na de installatie moeten tests worden uitgevoerd volgens IEC 60364-6:2016-07 en de Belgische AREI-normen, waarin fundamentele en aanvullende testmethoden worden beschreven, zoals:

  • Polariteitscontrole
  • Weerstandsmetingen van AC- en DC-bekabeling
  • Aardingsweerstandmetingen
  • Impedantiemetingen van kortsluitlussen
  • Evaluatie van de elektrische schokbeveiliging
  • Spanning- en stroommetingen van PV-stringen

Correct onderhoud en regelmatige inspecties door erkende controleorganismen dragen bij aan de levensduur en veiligheid van het systeem. De installateur dient de klant een gedetailleerde opleveringsdocumentatie en gebruikershandleiding te overhandigen, met instructies over inspectie en onderhoud.